Nubes Ventilatica stap 5: comfort niet vergeten

maart 2021

In de vorige blog hebben we stap 4 van het Nubes Ventilatica 5-stappenplan voor veilig ventileren nader bekeken, in deze blog lichten we stap 5 toe: comfort niet vergeten.

Een veilig binnenklimaat moet ook een comfortabel binnenklimaat zijn. Naast voldoende verse lucht is het belangrijk om ook de andere comfortparameters, namelijk luchttemperatuur, luchtsnelheid, luchtvochtigheid, persoonlijke beïnvloeding, (ver)licht(ing) en geluid goed te regelen.

Binnenmilieuparameters

Door de COVID-19 pandemie en de aerogene verspreiding van het virus hebben ventilatie en ventilatiesystemen een prominente rol gekregen als instrument bij het voorkomen van verspreiding van virussen in gebouwen. Het is in de eerste plaats een veiligheidsvraagstuk geworden dat - met het oog op de pandemie - begrijpelijk is. Echter, er is wel een sentiment ontstaan in de trant van “als het maar veilig is, verder maakt het niet uit”. Het gevolg hiervan is dat comfort en welzijn uit het oog worden verloren. Dit is ongewenst, gebouwen moeten niet alleen veilig zijn, maar ook comfortabel en het welzijn ondersteunen.

Er zijn vier hoofd binnenmilieuparameters: thermisch comfort, binnenluchtkwaliteit, geluid en licht.

De binnenluchtkwaliteit (ventilatie met verse buitenlucht) zijn in de voorgaande stappen uitgebreid beschreven. Licht, verlichting, geluiddemping en -absorptie zijn zeker van (groot) belang, maar worden binnen Nubes Ventilatica verder buiten beschouwing gelaten. Wat overblijft is thermisch comfort.

Thermisch comfort

De (thermisch) comfortbeleving wordt vooral bepaald door de temperatuur van de lucht, de snelheid van de lucht in de ruimte, de vochtigheid van de lucht in de ruimte en de mogelijkheid om de directe omgeving te kunnen beïnvloeden. Verder zijn kledingisolatie en het metabolisme van de mens bepalend.

Luchttemperatuur

Met ruimtetemperatuur wordt de temperatuur van de lucht in de ruimte bedoeld. Een te hoge of lage temperatuur van de lucht in de ruimte wordt als oncomfortabel ervaren. 

De gemiddelde mens voelt zich, en presteert, het beste bij een temperatuurrange van 21 °C – 24 °C.  Veelvuldig en uitgebreid onderzoek toont aan dat ruimtetemperaturen onder de 21 °C en boven de 24 °C het welzijn en de (werk)prestaties negatief beïnvloeden. Bij administratief en mentaal werk heeft elke graad temperatuurverhoging een negatief productiviteitseffect van 1,0 % – 2,5 %.

Ook voor de luchttemperatuur is het van groot belang naar de toepassing te kijken. Bijvoorbeeld bij zaalsporten is een lagere temperatuur gewenst, terwijl in zwembaden juist weer een hogere temperatuur wenselijk is. In ziekenhuizen en verzorgingstehuizen moet de temperatuur ook specifiek afgestemd worden op de toepassing van de ruimte en zijn gebruikers.

Luchtvochtigheid

Vocht komt in verschillende vormen voor in het binnenmilieu. De lucht bevat waterdamp, dit deel wordt in absolute en relatieve luchtvochtigheid uitgedrukt. Daarnaast is er vocht dat in de bouwmaterialen zit of condenseert op muren, ramen en/of plafonds.

Niet alleen een te hoge luchtvochtigheid leidt tot problemen, zoals benauwdheid, maar ook een te lage. Klachten als gevolg van een te lage luchtvochtigheid zijn onder andere vermoeidheid, droge ogen, problemen met concentreren en (dagelijkse) hoofdpijn. In het najaar en de winter zijn de problemen vaak groter omdat dan de relatieve vochtigheid van de buitenlucht laag is. 

De optimale temperatuur wordt pas als behaaglijk ervaren als de lucht ook de juiste vochtigheid heeft. Gezonde binnenlucht heeft een vochtigheid van tussen de 40% en 60%.

Persoonlijke beïnvloeding

Een belangrijke parameter bij de ervaring van (thermisch) comfort is de mogelijkheid om deze parameters zelf te kunnen beïnvloeden. Met moderne regeltechniek en slimme gebouwtechnologie kan de gebruiker zelf de gewenste binnenklimaatparameters zoals temperatuur en verlichtingsniveau instellen.

Dit kan zowel door middel van de traditionele wandthermostaat als via de moderne gebouw-app. Afhankelijk van de uitvoering van de ventilatie-installatie is het ook mogelijk om tijdelijk een ‘boost’ verse lucht te krijgen met slechts één druk op de knop.

Onze aanbevelingen

Door de coronapandemie heeft de ventilatie-installatie er een extra functie bijgekregen, veiligheid door het voorkomen van aerogene verspreiding van virussen. Naast een veilige omgeving is het van groot belang dat deze omgeving ook als (thermisch) comfortabel wordt ervaren en dat het daarnaast het welzijn van de gebruikers ondersteunt.

Het is van belang om bij het aanpassen van een bestaande ventilatie-installatie of het ontwerpen van een nieuwe installatie niet alleen rekening te houden met de veiligheid (bijvoorbeeld door de aerogene verspreiding van virussen tot een absoluut minimum te beperken en waar mogelijk geheel te elimineren). Het is ook van belang om rekening te houden met het creëren en handhaven van een (thermisch) comfortabel binnenklimaat ter stimulatie van het welzijn van de gebruikers en hun prestaties alsmede het minimaliseren van ziekteverzuim.

Vijf stappenplan

De vijf stappen omvatten alle aspecten die invloed hebben op ventilatieveiligheid. Dit wil zeggen niet alleen ventileren met verse buitenlucht, maar ook de kwaliteit van deze lucht en de toegevoerde hoeveelheid per persoon. Niet alleen de luchtkwaliteit monitoren, maar ook corrigerende acties uitvoeren wanneer deze onvoldoende is. Immers, elke ruimte en het bijbehorende gebruik is anders en wil in de loop der tijd wel eens wijzigen, dus ventileren op basis van de toepassing. Tot slot ervoor zorgen dat de maatregelen voor veilig ventileren niet tot gevolg hebben dat de ruimte niet meer comfortabel is, met alle negatieve gevolgen van dien.

 

 

De vijf stappen zijn:

1. Ventileren met verse buitenlucht
Gebruik om te ventileren zoveel als mogelijk verse buitenlucht, haal (filter) verontreinigingen uit de buitenlucht, alvorens deze het gebouw binnentreden en recirculeer zo weinig mogelijk 'gebruikte lucht' afkomstig uit het gebouw.

2. Voldoende ventilatielucht per persoon
Ventileer met voldoende verse buitenlucht om het welzijn te stimuleren en verontreinigingen te verdunnen en met de retourlucht af te voeren. De in het Bouwbesluit genoemde luchthoeveelheden zijn onvoldoende, advies is 50 tot 60 m³/h verse lucht per persoon.

3. Luchtkwaliteit bewaken
Buitenluchtkwaliteit monitoren en centraal filteren en reinigen. Binnenluchtkwaliteit continu monitoren, naast temperatuur en relatieve vochtigheid ook op CO2, fijnstof, Ozon en VOS’n, en op basis van gemeten afwijkingen corrigerende acties uitvoeren.

4. Toepassing specifiek ventileren
Ventilatielucht toevoeren met luchtverdeelapparatuur (zoals bijvoorbeeld VAV-units, toevoerroosters, eventueel gecombineerd met sensoren of een regeling) die specifiek is bedoeld voor de functie en het gebruik van de ruimte (kantoor, school, ziekenhuis, bioscoop, museum, laboratorium, et cetera).

5. Comfort niet vergeten
Een veilig binnenklimaat moet ook een comfortabel binnenklimaat zijn. Naast voldoende verse lucht is het belangrijk om ook de andere comfortparameters, namelijk luchttemperatuur, luchtsnelheid, luchtvochtigheid, persoonlijke beïnvloeding,  (ver)licht(ing) en geluid, goed te regelen.