In de vorige blogs hebben we Nubes Ventilatica, het 5-stappenplan voor veilig ventileren van de HC Groep, geïntroduceerd. In deze blog introduceren we de eerste Nubes Ventilatica oplossing: VAV 6+.
VAV systemen worden al meer dan 50 jaar toegepast en hebben unieke eigenschappen die een zeer belangrijke rol spelen bij veilig ventileren. Moderne regeltechniek en Smart Building technologie zorgen voor extra functionaliteit die de toepasbaarheid verder vergroten.
VAV is de afkorting van Variable Air Volume of Variabel Volume. Het principe is eenvoudig: de aan de ruimte toegevoerde hoeveel verse buitenlucht wordt steeds aangepast op basis van parameters. Deze kunnen zijn: bezetting, interne belasting (o.a. personen en apparatuur), externe belasting (o.a. buitentemperatuur en zonne-instraling) en luchtkwaliteit (o.a. CO₂ niveau, relatieve vochtigheid en vluchtige organische stoffen).
Een VAV-unit wordt in een rond of rechthoekig kanaal ingebouwd en bestaat uit een behuizing, een regelklep en een meetorgaan. Als de regelklep (van de toevoerunit) verder open gaat, stroomt er meer lucht naar de ruimte; wanneer de regelklep verder dicht gaat, stroomt er minder lucht naar de ruimte.
Om de regelklep van de VAV-unit aan te sturen is er een ruimtebedienapparaat (thermostaat) of een sensor met bedienapp nodig. Deze wordt gebruikt voor het instellen van de gewenste ruimteconditie, zoals bijvoorbeeld de temperatuur of de CO₂ concentratie. De thermostaat of de separate sensor meten continu de werkelijke temperatuur en/of CO2 concentratie in de ruimte.
Een regelaar vergelijkt continu de gemeten waarde met de gewenste waarde en berekent het verschil. Bij een verschil tussen deze twee waarden, bijvoorbeeld de CO₂ concentratie is hoger dan de gewenste of drempelwaarde, voert de regelaar een corrigerende actie uit. Deze corrigerende actie bestaat uit het verder opensturen van een op de regelklep gemonteerde servomotor. Dit proces (meten en regelen) wordt continu en volledig automatisch herhaald, waardoor er steeds precies zoveel (verwarmde, gekoelde en/of ventilatie) lucht aan de ruimte wordt toegevoerd waardoor het door de gebruiker gewenste comfortniveau gehandhaafd blijft.
Optioneel kunnen VAV-units worden uitgevoerd met een naverwarmer.
Moderne regeltechniek, communicatieprotocollen, slimme gebouw- en sensortechnologie zorgen ervoor dat de functionaliteit van basis VAV-systemen sterk uitgebreid kan worden. Hierdoor ontstaat een slim en flexibel systeem dat reageert op een steeds groter aantal omgevingsfactoren.
Regeltechniek producten zoals een VAV-regelaar worden in de fabriek onder gecontroleerde omstandigheden op de VAV-unit gebouwd, aangesloten en bekabeld. Vervolgens wordt de unit voorzien van toepassing specifieke software, geparametreerd, getest en uniek gemarkeerd om vervolgens als stekkerklaar product op het project aangeleverd te worden. Deze werkzaamheden omvatten ook het adresseren en - indien van toepassing - het programmeren van master/slave verbindingen.
De techniek van zowel de VAV-unit als de regeltechniek wordt al meer dan 50 jaar toegepast en is zeer robuust en betrouwbaar met een breed toepassingsgebied.
Naast de uitgebreide basisfunctionaliteit voor veilig ventileren hebben de VAV-systemen van HC Groep nog zes belangrijke pluspunten, namelijk:
In onze volgende blog zullen we nader ingaan op deze zes belangrijke pluspunten van het VAV systeem.
De vijf stappen omvatten alle aspecten die invloed hebben op ventilatieveiligheid. Dit wil zeggen niet alleen ventileren met verse buitenlucht, maar ook de kwaliteit van deze lucht en de toegevoerde hoeveelheid per persoon. Niet alleen de luchtkwaliteit monitoren, maar ook corrigerende acties uitvoeren wanneer deze onvoldoende is. Immers, elke ruimte en het bijbehorende gebruik is anders en wil in de loop der tijd wel eens wijzigen, dus ventileren op basis van de toepassing. Tot slot ervoor zorgen dat de maatregelen voor veilig ventileren niet tot gevolg hebben dat de ruimte niet meer comfortabel is, met alle negatieve gevolgen van dien.
De vijf stappen zijn:
1. Ventileren met verse buitenlucht
Gebruik om te ventileren zoveel als mogelijk verse buitenlucht, haal (filter) verontreinigingen uit de buitenlucht, alvorens deze het gebouw binnentreden en recirculeer zo weinig mogelijk 'gebruikte lucht' afkomstig uit het gebouw.
2. Voldoende ventilatielucht per persoon
Ventileer met voldoende verse buitenlucht om het welzijn te stimuleren en verontreinigingen te verdunnen en met de retourlucht af te voeren. De in het Bouwbesluit genoemde luchthoeveelheden zijn onvoldoende, advies is 50 tot 60 m³/h verse lucht per persoon.
3. Luchtkwaliteit bewaken
Buitenluchtkwaliteit monitoren en centraal filteren en reinigen. Binnenluchtkwaliteit continu monitoren, naast temperatuur en relatieve vochtigheid ook op CO2, fijnstof, Ozon en VOS’n, en op basis van gemeten afwijkingen corrigerende acties uitvoeren.
4. Toepassing specifiek ventileren
Ventilatielucht toevoeren met luchtverdeelapparatuur (zoals bijvoorbeeld VAV-units, toevoerroosters, eventueel gecombineerd met sensoren of een regeling) die specifiek is bedoeld voor de functie en het gebruik van de ruimte (kantoor, school, ziekenhuis, bioscoop, museum, laboratorium, et cetera).
5. Comfort niet vergeten
Een veilig binnenklimaat moet ook een comfortabel binnenklimaat zijn. Naast voldoende verse lucht is het belangrijk om ook de andere comfortparameters, namelijk luchttemperatuur, luchtsnelheid, luchtvochtigheid, persoonlijke beïnvloeding, (ver)licht(ing) en geluid, goed te regelen.
