Overheid erkent de noodzaak van ventileren

6 januari 2022
 
Biedt het RIVM rapport inzake ventilatie voldoende handelingsperspectief? 

De coronacrisis duurt al ruim twee jaar. Reeds vanaf het begin is er -naast de basismaatregelen van afstand houden, handen wassen en thuisblijven en testen bij klachten- veel discussie geweest over de mogelijkheden om (aerogene) verspreiding van het coronavirus in gebouwen te beperken.

Op basis van meer dan 100 jaar ervaring met binnenklimaattechniek heeft HC Groep het belang van ventilatie altijd benadrukt en gepromoot. Omdat veel maatregelen te weinig handelingsperspectief geven, hebben wij Nubes Ventilatica geïntroduceerd, ons 5-stappenplan voor veilig ventileren. Ondertussen heeft de overheid een vierde basismaatregel toegevoegd, namelijk ventileren, helaas ontbreekt ook bij dit advies voldoende handelingsperspectief.

Na bijna twee jaar het onderwerp genegeerd te hebben of de invloed van ventilatie op het verspreiden van het coronavirus categorisch ontkent te hebben, heeft RIVM recent het rapport ‘Effect van verschillende ventilatiehoeveelheden op aerogene transmissie van SARS-CoV-2, risicoschatting op basis van het AirCoV2-model’ gepubliceerd. Het betreft hier echter geen publicatie van wetenschappelijk onderzoek, maar een inschatting op basis van behoorlijk veel aannames.

Aanleiding

Je zou verwachten dat een instituut als het RIVM na letterlijk jarenlange, aanhoudende discussies en de publicatie van een groot aantal wetenschappelijke publicaties, zélf het initiatief zou nemen voor het uitvoeren van gedegen onderzoek naar aerogene transmissie van het coronavirus binnen gebouwen. Niets is minder waar.

Het ministerie van VWS heeft het RIVM namelijk gevraagd of het ‘AirCoV2-model’ gebruikt kan worden voor het beantwoorden van de kamernotitie van mw. Agema. In de aangenomen kamermotie van Mw. Agema (nr. 1352, 7 juli 2021) staat het volgende: “verzoekt de regering, te onderzoeken of de huidige ventilatierichtlijnen in het Bouwbesluit voor scholen, horeca, winkels, kantoren, bedrijven et cetera toereikend zijn om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan”.

Ventileren is meer dan alleen de luchthoeveelheid

Net als bij andere rapporten over het beperken van de verspreiding van virussen binnen gebouwen en de invloed van ventilatie hierop, wordt ventilatie als een eendimensionaal gegeven bekeken: namelijk de ventilatiehoeveelheid. Dit is pertinent onjuist.

Goede ventilatie kenmerkt zich door het toepassen van 100% verse buitenlucht. Deze verse buitenlucht moet van voldoende goede kwaliteit zijn (behandeling voor de lucht het gebouw ‘in gaat’ is noodzakelijk), de hoeveelheid ventilatielucht en de toepassing van de juiste toevoer- en afvoerroosters (inclusief een goede positionering in de ruimte). Daarnaast reageert een goed luchtverdeelsystemen automatisch op veranderende omstandigheden in de ruimte (meten is weten). Hieronder valt onder meer de luchtkwaliteit.

Ventilatiehoeveelheden

In het rapport wordt ervan uitgegaan dat alle omstandigheden in een ruimte statisch zijn, om zo de effecten van de verschillende ventilatiehoeveelheden en de verschillende soorten ruimten en het gebruik ervan met elkaar te kunnen vergelijken. Aangezien het RIVM een instantie is van de rijksoverheid, wordt het Bouwbesluit als enige, juiste referentie aangenomen terwijl algemeen bekend is dat de in het Bouwbesluit opgenomen waarden zijn ontstaan op basis van meer dan 100 jaar oude uitgangspunten die vandaag de dag allang zijn achterhaald.

Er is gekeken naar de volgende uitgangspunten:

  • Bouwbesluit 2012 – bestaande bouw – 7,6 tot 12,4 m³/h/p
  • Bouwbesluit 2012 – nieuwbouw – 14,4 tot 23,4 m³/h/p
  • Ventilatierichtlijn voor evenementen (BBA) – 23,4 m³/h/p
  • Tijdelijke regeling maatregelen COVID-19 (horeca) – 3,8 x 10-3  m³/s/m²
  • Arbocatalogus – > 21,6 m³/h/p
  • Arboportaal 29,9 m³/h/pWHO – 36,0 m³/h/p

Het Bouwbesluit eist de laagste luchthoeveelheden, waarbij de bestaande bouw (de overgrote meerderheid van de gebouwen) slechts aan de helft van de eisen van nieuwbouw hoeft te voldoen. De door de WHO geadviseerde luchthoeveelheid komt enigszins in de buurt wat algemeen wordt erkend als de gewenste hoeveelheid verse ventilatielucht (45 – 60 m³/h/p).

Resultaten

In het rapport staat gepubliceerd:

‘Het risico (kans op symptomatische SARS-VoV-2-infectie via aerogene transmissie) is hoger naarmate de verblijfsduur langer is. Bij een langere verblijfsduur wordt er meer lucht ingeademd, waardoor er een hogere dosis virusdeeltjes kan worden opgenomen.’

Dit is een spreekwoordelijke 'open deur'... hoe langer je ergens verblijft, des te langer je wordt blootgesteld aan de in die ruimte geldende omstandigheden; de aanwezigheid van een virus is één van die omstandigheden.

Verder valt in het rapport het volgende te lezen:

‘De risico’s nemen af als de ventilatie toeneemt, omdat door ventileren de binnenlucht met eventueel aanwezige virusdeeltjes worden verdund (resulterend in een lagere concentratie en lagere ingeademde dosis) door de toevoer van verse buitenlucht. Een lagere dosis leidt tot een kleinere kans op ziekte.' Het hoge woord is er dus uit: (meer) ventileren verkleint de kans op besmetting (aanzienlijk).

Bij de resultaten is verder te lezen dat het effect het grootst is in de situatie van minimale ventilatie volgens het Bouwbesluit ten opzichte van helemaal geen ventilatie. Het rapport vermeldt ook dat de besmettingrisico’s in kantoren, vergaderruimten en supermarkten kleiner zijn dan in nachtclubs, theaters en concertzalen. Dit komt zowel door het aantal aanwezige personen als hun gedrag in specifieke omstandigheden, zoals zingen en schreeuwen. Dit alles op basis van het gegeven dat mensen zich houden aan de basismaatregelen, waarbij 1,5 meter afstand houden de belangrijkste is. We weten allemaal uit de praktijk dat dit vaak niet kan of dat (veel) mensen zich er niet aan houden. Echt goede ventilatie is dus van groot belang.

Meer dan virussen alleen

Naast het feit dat er alleen eendimensionaal naar ventilatie is/wordt gekeken, is het belang van ventilatie veel groter dan alleen het beperken van aerogene transmissie van het SARS-CoV-2 virus. In de sectiediscussie van het rapport staat:

‘Daarnaast is ventileren ook van belang voor het afvoeren van onder meer vluchtige organische stoffen (VOS), fijnstof en geuren.’

Deze erkenning is -alhoewel heel voorzichtig- hopelijk een eerste stap van de gewenste en noodzakelijke erkenning van de belangrijke rol die ventilatie speelt in het voorkomen van verspreiding van virussen in gebouwen. Daarnaast is goede ventilatie van groot belang voor de mens: het zorgt voor een omgeving die het welzijn ondersteunt en versterkt, zowel op lichamelijk, geestelijk als sociaal vlak. 

Om goed te ventileren met een installatie die automatisch reageert bij (continu) veranderende omstandigheden is een integrale aanpak nodig. HC Groep heeft hiervoor Nubes Ventilatica, het 5-stappenplan voor veilig ventileren ontwikkeld.

Klik hier voor het volledige RIVM rapport waarnaar in deze blog post wordt verwezen.